5.1.07

Leg ik uit of laat ik ontdekken?

Beide, mag ik hopen. Het maakt het onderwijs veelzijdiger, boeiender en effectiever. Waarom zouden we met minder genoegen nemen?

Daar waar het leren binnen de muren van de school minder effectief is, zie je vaak een wat lachwekkende tegenstrijdigheid. Lekker simpel gezegd speelt het volgende: er wordt teveel uitgelegd of er wordt te weinig uitgelegd.
Te weinig uitleggen, betekent dat de leerlingen teveel aan hun lot overgelaten worden. Het aloude gezegde ‘oefening baart kunst’ gaat namelijk maar in een beperkte mate op. Het is een gebrekkige en weinig slagvaardige kijk op leren die nogal eens uitmondt in het tafereel dat de kinderen oefeningen voorgeschoteld krijgen met het ultieme doel om ze bezig te laten zijn. Wat de precieze bijdrage is van het uitvoeren van deze taken aan de ontwikkeling van een kind, is de niet gestelde vraag. Jammer, want het onderwijs kan zoveel meer te bieden hebben. Alleen gerichte oefening baart namelijk kunst.
Ook teveel uitleggen is een onwenselijk verschijnsel. Het kan makkelijk ontaarden in frontaal, klassikaal onderwijs, waarbij de leerkracht vervalt in één lange monoloog. De werkvorm wordt daarmee zodanig eenzijdig dat veel kinderen er niet in zullen slagen om betrokken te blijven en te luisteren. Het resultaat laat zich voorspellen: de leeropbrengst is nihil. Een duidelijker voorbeeld dat ook hier overdaad schaadt, is niet te vinden.

Maar waar ligt dan het ideale evenwicht? Wanneer laat ik ontdekken en wanneer leg ik uit?
De basis van alle leren, is het ontdekken. Je gaat structuur zien in wanorde, ziet systeem in de chaos en bouwt zo stap voor stap voort op reeds aanwezige kennis en vaardigheden. Veel van deze leeractiviteiten gebeuren spontaan en onvoorspelbaar, zij het dat je ze wel uit kunt lokken door kinderen in een rijke leeromgeving te brengen. Zitten ze in die leeromgeving, dan wil dit niet zeggen dat alle kinderen volledig zelfstandig tot leren komen. Sommige wel, maar andere zullen hierbij regelmatig een duwtje nodig hebben. En dit zetje kun je als leerkracht geven, bijvoorbeeld door dingen (interactief) uit te leggen en heel expliciet te maken. Naarmate de te ontdekken logica in leerstof minder is of minder makkelijk te ontdekken is, neemt het belang van instructie toe. De kenmerken van een advertentie kun je ontdekken, maar de schrijfwijze van het woord ei moeilijk. Deze is simpelweg gebaseerd op een afspraak tussen mensen. Jammer voor het kind en voor de kip, maar de korte ei ontdekken is wat lastig. Iemand die je uitlegt dat het een woord is dat je moet inprenten, draagt meer bij aan het leren dan een ontdekdoos met tien scharreleieren.

Wat betekent dit alles voor een taalmethode? In ieder geval een grondige nuancering van het meest gebruikte lesmodel in taalmethoden, waarin na een minimale introductie meteen het instructiemoment van de les volgt. Het is heel goed mogelijk om de introductie van de les uit te laten groeien tot een activiteit waarin kinderen zich een groot gedeelte van de lesinhoud ontdekkend eigen maken. Je kunt ontdekken wat de kenmerken van een gedicht zijn of waar en waarom je hoofdletters, punten en komma’s zet. Na deze ontdekkende activiteit ligt er een stevige fundering, waaraan een korte, samenvattende instructie toegevoegd kan worden. Vervolgens kunnen de kinderen met het geleerde aan de slag gaan. En wat is het gevolg? Juist, de kinderen worden eerst uitgedaagd om zelf tot leren te komen. Wil dat niet lukken, dan is er altijd nog het samenvattende vangnet van het instructiemoment. Nog leuker kunnen we het niet maken. Gemakkelijker ook niet!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten